Lagere transitievergoeding kleine werkgever? Voor sommige kleine werkgevers kan het lastig zijn om een ontslagvergoeding te betalen. Zij kunnen hiervoor niet de financiële ruimte hebben. Mag zo’n kleine werkgever dan een lagere ontslagvergoeding betalen?

Wanneer is er sprake van een kleine werkgever?

Er zijn mogelijkheden voor kleine werkgevers om een lagere transitievergoeding te betalen. Maar dan zullen ze wel aan de voorwaarden moeten voldoen.

Het is van belang dat er sprake is van een kleine werkgever. Maar wanneer wordt een bedrijf gezien als een kleine werkgever?

De wet ziet een kleine werkgever als een bedrijf met gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst. Een bedrijf dat (net iets) meer werknemers in dienst heeft, mag in beginsel geen lagere transitievergoeding betalen.

Overbruggingsregeling transitievergoeding kleine werkgever

Een kleine werkgever kan gebruikmaken van de overbruggingsregeling transitievergoeding. Dit kan hij doen als hij een ontslagaanvraag indient bij het UWV. Maar hij kan de verlaagde transitievergoeding ook opnemen in een vaststellingsovereenkomst.

Aan de volgende voorwaarden zal moeten worden voldaan:

  • Hij zal moeten aantonen dat er sprake is van een slechte financiële situatie, eventueel in combinatie met een andere bedrijfseconomische reden.
  • Ook moet worden aangetoond dat er sprake is van een kleine werkgever. Het bedrijf zal dan in het jaar voorafgaand aan het ontslag gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst moeten hebben. Dit wordt beoordeeld door te kijken naar de periode van 1 juli t/m 31 december van het afgelopen jaar.
  • De gemiddelde nettowinst over de 3 volledige afgelopen jaren is lager dan 0. Dit kan blijken uit de jaarrekening en de winst- en verliesrekening. Als de onderneming nog geen definitieve stukken heeft over die 3 jaren, wordt er gekeken naar de voorlopige stukken. Als het bedrijf nog geen 3 jaren bestaat, wordt er gekeken naar een periode van minder dan 3 jaren.
  • De waarde van het eigen vermogen is maximaal 15% van het totale vermogen aan het einde van het jaar. Het gaat ook hier om het volledige afgelopen jaar.
  • In het afgelopen jaar was de waarde van de vlottende activa lager dan de schulden aan het einde van het jaar. Er wordt gekeken naar schulden met een looptijd van maximaal 1 jaar.

Vaststellingsovereenkomst of UWV-procedure?

De meeste ontslagzaken worden opgelost via een vaststellingsovereenkomst. In deze overeenkomst worden de voorwaarden voor het ontslag opgenomen. Als werkgever en werknemer het met elkaar eens zijn over de ontslagvoorwaarden, kan er via deze overeenkomst een ontslag met wederzijds goedvinden tot stand komen.

Als partijen geen overeenstemming bereiken, zal de werkgever voor een andere route moeten kiezen. Hij kan de zaak dan voorleggen aan het UWV of de rechter. Als er sprake is ontslag vanwege een bedrijfseconomische reden, zoals een slechte financiële situatie, zal de zaak moeten worden voorgelegd worden aan het UWV. Krijgt de werkgever gelijk, dan geeft het UWV hem een ontslagvergunning. Hiermee kan hij de werknemer ontslaan.

Als de werkgever ongelijk krijgt van het UWV, kan hij de zaak voorleggen aan de rechter.

Het nadeel van de procedures bij het UWV en de rechter is dat deze veel geld kunnen kosten. Vooral rechtszaken zijn kostbaar en kunnen tijdrovend zijn. Vandaar dat partijen vaak overeenstemming bereiken via een vaststellingsovereenkomst.

Kleine werkgever maakt deel uit van een groep

De kleine werkgever kan deel uitmaken van een groep bedrijven. De werkgever kan zelf minder 25 werknemers in dienst hebben. Maar de andere bedrijven hebben ook personeel. Worden deze werknemers opgeteld bij de werknemers van het kleine bedrijf? Ja, als er sprake is van een groep.

Wanneer worden meerdere bedrijven gezien als groep? Artikel 2:24b BW geeft het antwoord. Ze worden gezien als groep als er sprake is van een economische eenheid en ze organisatorisch met elkaar zijn verbonden. Het is van belang dat er sprake is van een centrale leiding.

Aangezien de groep meerdere bedrijven heeft, hebben ze ook meer geld. De groep kan in totaal meer dan 25 werknemers hebben. In dat geval worden de werknemers van de andere groepsbedrijven opgeteld bij de werknemers van het kleine bedrijf. Zijn er hierdoor in totaal meer dan 25 werknemers? Dan komt het kleine bedrijf niet in aanmerking voor een verlaagde transitievergoeding.

Eigenaar ontvangt zelf geen salaris

Bedrijven met een slechte financiële situatie kunnen in aanmerking komen voor de lagere transitievergoeding. Maar met zulke bedrijven kan het zo slecht gaan dat de eigenaar zichzelf niet uitbetaalt. Welke gevolgen heeft dit voor een beroep op de verlaagde transitievergoeding?

Om een beroep te kunnen doen op de verlaagde transitievergoeding, moet de nettowinst van de afgelopen 3 jaren lager zijn dan 0. Als de eigenaar zichzelf niet uitbetaalt, kan hij deze uitbetaling niet van de winst aftrekken. Dit zorgt voor een hogere winst, en is ongunstig voor een beroep op de overbruggingsregeling. Vandaar dat hij hiervoor wordt gecompenseerd. Hij mag dan de winst verlagen met een forfaitair bedrag. Het bedrag is opgenomen in artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964.

Betaling in termijnen mag

Stel dat de werkgever aangeeft dat hij te weinig geld heeft voor een transitievergoeding. Maar hij komt niet in aanmerking voor de overbruggingsregeling, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden. Hoe kan zo’n situatie worden opgelost? Hij kan zich dan wenden tot het UWV, en verzoeken om een ontslagvergunning vanwege een slechte financiële situatie.

De werkgever kan de transitievergoeding in zo’n geval bijvoorbeeld ook in termijnen betalen. Deze afspraak kan hij opnemen in de vaststellingsovereenkomst. Maar bij zo’n overeenkomst is er sprake van een ontslag met wederzijds goedvinden. Dit betekent dat het akkoord van de werknemer noodzakelijk is.

Als de werknemer in deze situatie niet akkoord gaat, kan de zaak bijvoorbeeld worden voorgelegd aan de rechter.

Tijdelijke regeling voor transitievergoeding kleine werkgever

De overbruggingsregeling is een tijdelijke regeling. De regeling geldt in beginsel tot 1 januari 2020. Maar men zou ervoor kunnen kiezen om de looptijd te verlengen.

Transitievergoeding 50+

Normaal gesproken krijgen werknemers die ouder zijn dan 50 een hogere transitievergoeding. Ze krijgen deze hogere vergoeding, omdat het voor hen lastiger kan zijn om een nieuwe baan te vinden. Maar de hogere transitievergoeding hoeft niet te gelden voor werkgevers met een slechte financiële situatie. Ook kan de werkgever een beroep doen op de ‘overbruggingsregeling transitievergoeding kleine werkgever’.

Een geslaagd beroep op de overbruggingsregeling zorgt ervoor dat de 50-plusser geen hogere transitievergoeding ontvangt. Hij zal dan genoegen moeten nemen met een normale transitievergoeding.